Investeringsplan bedrijfshulpmiddelen € 20.600 voordeel incidenteel voor 2021, € 14.400 nadeel incidenteel in 2022, € 8.000 voordeel incidenteel in 2023, € 14.600 voordeel incidenteel in 2024 en € 52.300 voordeel incidenteel in 2025
Het investeringsplan voor de bedrijfshulpmiddelen is bedoeld om de nodige vervangingen en onderhoud uit te voeren aan apparatuur en interieur van de gemeentelijke bedrijfsgebouwen en het gemeentelijk materieel. Hiermee worden deze voorzieningen in stand gehouden en kan de gemeentelijke bedrijfsvoering op het gewenste niveau duurzaam gecontinueerd worden.
Zoals vastgesteld in de Nota activabeleid Uithoorn uit december 2019 hanteert de gemeente de componentenmethode voor activering. De verschillende categoriën vervangingen binnen het investeringsplan zijn daarom eerst opgedeeld in drie componenten: apparatuur, interieur en installaties. Waarna per component de investeringsbedragen per jaar zijn bepaald. Vervolgens is het investeringsbedrag per jaar van de verschillende componenten getoetst aan de minimumgrens voor activering van € 25.000. Investeringsbedragen onder deze € 25.000 worden opgenomen in de exploitatie.
In de huidige meerjarenbegroting is jaarlijks een investeringsbedrag voor de vervanging van bedrijfshulpmiddelen opgenomen van € 143.600. Hieronder is in een overzicht opgenomen wat de gevolgen zijn van het investeringsplan bedrijfshulpmiddelen op de al in de begroting verwerkte investeringsbedragen. In 2020 is het investeringsbudget niet aangesproken. Daarom is volledigheidshalve het jaar 2020 ook in het overzicht opgenomen:
Investeringsbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Huidige begroting | 143.600 | 143.600 | 143.600 | 143.600 | 143.600 | 143.600 | 861.600 |
Nieuw investeringsplan | 0 | 359.500 | 394.600 | 115.900 | 77.600 | 368.800 | 1.316.400 |
Voorgestelde wijziging investeringsbudget | 215.900 | 251.000 | -27.700 | -66.000 | 225.200 | 454.800 |
Als er een - voor een bedrag staat, betekent dit een verlaging van het al in de begroting opgenomen investeringsbudget.
Het effect van deze investeringen op de begroting komt tot uiting in de jaarlijkse kapitaallasten die deze investeringen tot gevolg hebben. Deze kapitaallasten betreffen verschillende deelprogramma;s, maar worden in onderstaand overzicht als geheel toegelicht. In het overzicht is opgenomen wat het effect van het nieuwe investeringsplan op de exploitatie van de diverse deelprogramma's is. Het gaat dan om het opnemen van investeringen onder de activeringsgrens en de wijziging van de kapitaallasten. De wijzigingen in de rentecomponent binnen de kapitaallasten komen tot uiting op het deelprogramma Algemene dekkingsmiddelen, onderdeel Treasury:
Exploitatiebudget | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
|---|---|---|---|---|---|
Budget voor investeringen onder de activeringsgrens | 8.100 | 35.900 | 9.900 | 21.800 | 5.100 |
Kapitaallasten nieuw investeringsplan | 0 | 44.900 | 84.400 | 93.800 | 101.500 |
Totaal exploitatie nieuw investeringsplan (diverse deelprogramma's) | 8.100 | 80.800 | 94.300 | 115.600 | 106.600 |
Kapitaallasten huidige (meerjaren) begroting (deelprogramma Overhead) | 33.000 | 63.900 | 93.900 | 122.900 | 152.200 |
Effect op exploitatie (diverse deelprogramma's) | -24.900 | 16.900 | 400 | -7.300 | -45.600 |
Rente effect Algemene dekkingsmiddelen (Treasury) | 4.300 | -2.500 | -8.400 | -7.300 | -6.700 |
Effect op totale begrotingssaldo | -20.600 | 14.400 | -8.000 | -14.600 | -52.300 |
Een - voor een bedrag, vertegenwoordigd een positief effect. Dit voordeel betreft lagere afschrijvingslasten. Nu het een uitgewerkt investeringsplan betreft, kan rekening worden gehouden met de verschillende afschrijvingstermijnen van de afzonderlijke comonenten. In de huidige begroting is rekening gehouden met één afschrijvingstermijn, in afwachting van invulling van het jaarlijkse investeringsbedrag.
In de budgetten voor investeringen onder de activeringsgrens zijn naast vervanging van interieuronderdelen van gebouwen, ook kleine materialen en machines voor het team dagelijks onderhoud t.b.v. het scheidingsdepot en het onderhoud van de openbare ruimte en de begraafplaats opgenomen. Deze worden in de begroting verantwoord binnen het programma Wonen.